Stel, je krijgt een brief die je niet snapt. Wat doe je dan? Maak een lijstje van 2 of 3 mensen, organisaties of plekken die jou kunnen helpen als je iets niet snapt. Of als je iets niet kan.
Wanneer vraag je iemand om je te helpen? Waarmee kan die je helpen? Schrijf dit ook op je lijstje.
Kan de klant personen, organisaties of plekken noemen voor hulp? Dit gaat om problemen op allerlei levensgebieden. Voorbeelden: wijkteam, ambulant begeleider, broer of zus. Verwijs de klant eventueel ook door naar financiële inloop en sociaal raadslieden bij geldproblemen.
Let op: niet alle klanten hebben een netwerk. Als de klant geen netwerk heeft dan zal een vorm van structurele ondersteuning belangrijk zijn.